Nu ik dit boven mijn eerste blog zet, komen meteen mijn eigen vragen aangerend.
Want wat bedoel ik met begrijpen? Wat wil ik,
een ander begrijpen of begrepen worden? En, begrijp ik mezelf wel?
Jaren geleden ging ik regelmatig een oude dame
bezoeken in een zorgcentrum.
Ze had een schare kinderen, de meeste van hen
kwamen regelmatig op bezoek.
Omwonenden keken soms met jaloerse blikken als
één van die kinderen weer door de lange gang liep.
Op een middag toen ik haar bezocht kwam de
jongste dochter even een kijkje bij haar moeder nemen.
Ze schoof een stoel bij en ging, gezellig
pratend, naast haar moeder zitten.
Haar moeder viel een beetje stil tijdens het
gepraat en keek van mij naar haar dochter, met een blik van: nou het zal
allemaal wel.
Toen het gesprek even stokte ging ze verzitten
en zei, zonder enige aanleiding: “niemand begrijpt mij”.
De dochter
keek verwonderd, slikte en zei even later: “ik begrijp u pas als ik zelf
oud ben”.
Alsof er niets gezegd was kabbelde het gesprek
verder over koetjes en kalfjes.
Toch was er iets veranderd. Ik voelde een oude
eenzaamheid en machteloosheid, hetzelfde gevoel dat ik vaak had toen mijn eigen
moeder oud was.
Ik keek naar de kleine vrouw in de grote stoel,
naar haar vriendelijk gezichtje dat iedere keer smaller keek en naar haren die
al maar grijzer werden.
En ik vroeg mezelf af: “begrijp ik haar?”
Ik wist hoe flink en hoe ondernemend zij in
vroeger jaren was, hoe sterk zij was geweest toen zij er alleen voor stond
omdat haar man op jonge leeftijd stierf.
Kon ik, kon haar dochter begrijpen wat
haar bezig hield?
Later, toen ik weer thuis was, bleef die ene
opmerking van haar door mijn hoofd drenzen, met mijn eigen vraag: begrijp ik
haar?
De tijd verstreek, die opmerking reisde met mij
mee de jaren door.
De oude dame is sinds jaren overleden.
We zijn 25 jaar verder en ik hoor nu zelf bij
de senioren, mijn grijze haren heb ik tot nu toe een kleurtje gegeven maar dat
verhult niet dat de jaren gaan tellen.
Nog heel dikwijls denk ik terug aan die oude
dame, zij was een vriendin van mijn moeder, zij heeft een grote invloed op mijn leven gehad.
De laatste jaren van haar leven zakte zij
steeds meer weg in een isolement van diepe eenzaamheid.
De pogingen, vooral van haar jongste dochter
haar moeder bij het leven betrokken te houden, richtten niets uit, tenslotte
verliet zij leven door niet meer te ontwaken uit haar slaap.
Ik bezocht haar tot aan het einde van haar
leven.
Zij sprak heel weinig, soms even kwam er een
lichte glimlach om haar mond bij mijn binnenkomst, daarna draaide zij haar
hoofd naar het grote raam en tuurde naar buiten.
Ik ging naast haar zitten en keek met haar mee
naar buiten.
Een maand geleden liep ik onverwacht haar
jongste dochter in het stadscentrum tegen het lijf.
Ze verhuisde jaren geleden naar het noorden van
het land.
Verheugd dat we elkaar zagen besloten wij samen
wat te gaan drinken, “kunnen we even wat bijpraten” stelde ze voor.
Vanzelfsprekend kwam vroeger te sprake, onze
jeugdjaren, onze ouders en de families.
Opeens vroeg zij: ”weet jij nog van die keer
dat wij samen op bezoek waren bij mijn moeder, dat mama tegen mij zei dat
niemand haar begreep?”
Ik knikte, dat wist ik zeker nog.
“Ik denk er nog best vaak aan terug” ging ze
verder, “en vraag mij dan af waarom
ik er
niet over heb doorgepraat, of
verder naar vroeg.
Achteraf denk ik, dat haar openheid en
kwetsbaarheid mij onzeker maakten en overrompelde, het was heel ongewoon en
nieuw dat mijn moeder iets losliet over
haar gevoel.
Het blijft voelen als een gemiste kans, alsof
ik haar in de kou liet staan”.
Zij keek mij hulpeloos en verdrietig aan.
“Het blijft voelen als een gemiste kans”.
“Ik weet het ook nog, als de dag van gisteren”
antwoordde ik. “ het overviel mij ook”.
Of je het anders had moeten doen en of dat
beter zou zijn geweest weet ik niet.
Vaak hebben dingen hun eigen loop en gaan ze
zoals ze gaan”.
Ik zag haar weer slikken zoals toen en zei: ”wat ik wel
weet is dat je moeder je toewijding en zorg begrepen heeft, dat heeft ze meer dan eens gezegd.”
Haar gezicht klaarde op. Zij keek mij blij aan
en zei: “dit zijn precies de woorden die ik nodig heb”.
Veel later namen we afscheid: bijgepraat en
blij omdat we elkaar zomaar weer tegenkwamen.
Ik loop nu rond met een onverwachte afspraak in
mijn agenda. Volgende maand ga ik naar Groningen om haar te bezoeken. Leuk!