Is er een mooier moment om met dochterlief
Judith, en kleindochter laura naar het stadshart te lopen. Ik heb echt iets
nieuws nodig!
De afstand naar de winkels is net een mooie wandeling is.
Als we gezellig keuvelend door de winkelstraat
lopen stop ik en stel voor: “Zullen we hier even binnen kijken?
Als we binnenstappen komt er meteen een mevrouw
naar ons toe lopen.
Ze vraagt aan Judith: “kan ik u soms ergens mee
helpen”?
Een beetje overrompeld kijken we elkaar aan,
zoveel haast is er nu ook weer niet bij.
We kunnen best zelf eerst even rondkijken, maar
dat is niet de bedoeling en staat blijkbaar niet in het protocol van deze
winkel.
Judith kijkt mij afwachtend aan.
“Misschien kunt u mij helpen” zeg ik en loop
iets naar voren.
“Ik zoek iets voor een feestelijke
gelegenheid”.
“Ja hoor. Ik denk wel dat wij wel iets voor
haar hebben” zegt de verkoopster, glimlachend naar Judith.
“Loopt u maar even met mij mee! Welke maat
heeft zij?”
Judith kijkt mij wanhopig vragend aan. Ik zie
haar denken, tot ze zegt: “vraag het haar zelf!
Opgelucht haal ik adem. Gelukkig, nu zal ze wel
begrijpen dat ik aanwezig ben.
Als illustratie ben ik vooruit naar het rek
gelopen waar mijn maat hangt.
Ik ben niet helemaal van lotje getikt, mokt het
in mij.
“O u heeft het al gevonden? Haar stem schalt
verwonderd door de winkel, terwijl ze mij bemoedigend aankijkt!
Wat gebeurt hier vraag ik verwonderd af. Zie ik
er werkelijk zo uit dat ik niet voor mezelf kan zorgen? Mijn woordje niet meer
kan doen?
Ik voel vertwijfeling en onmacht, maar ook heel
veel boosheid
Ik kijk naar de verkoopster, terwijl ik mij
afvraag hoe het komt dat zij zich zo opstelt.
Benaderd zij alle oudere mensen zo, of alleen
mij? Hoe kijkt zij tegen het ouder
worden aan?
Bij het kledingrek staat een spiegel. Bevreemd
kijk ik naar mijn spiegelbeeld.
Wat is er met mij aan de hand dat ik ineens
niet meer volwaardig blijk te zijn? Waardoor komt het dat over mijn hoofd heen
alles geregeld moet worden?
De verkoopster praat ongedwongen, alsof ik niet
besta, met Judith verder.
Ze heeft het over de crisis, over de service
die ze zelfs nu gewoon blijven leveren.
Ik zie dat Judith zich inmiddels vertwijfeld
afvraagt of er nog iets te redden valt aan de situatie?
Kleindochter Laura staat geduldig te wachten.
Ze kijkt vragend en verwonderd van de één naar de ander.
Het liefst zou ik de verkoopster tot de orde
roepen. Hoe doe je zoiets?
Ik ben totaal verbijsterd door de
vanzelfsprekendheid waarmee zij te werk gaat, en zo geheel ter goeder trouw is,
lijkt het.
Bovendien ben ik keurig en beleefd opgevoed!
Zij komt naar het kledingrek lopen. “U heeft
maat 38?”
De verkoopster wendt zich, vol ongeloof, naar
mij toe.
Ik trek een pakje, dat mij leuk lijkt, uit het
rek. Waar is de paskamer?
O daar, ik zie het al. Dit alles in volkomen
stilzwijgen.
Dochter en kleindochter lopen meelevend met mij
mee.
Het leek ons zo gezellig om met zijn drieën te
winkelen! Ik was zo blij dat ze meegingen om iets uit te zoeken.
De verkoopster loopt ook mee naar de paskamer.
Even later kom ik tevoorschijn in mijn nieuwe
outfit. “Hoe staat dit?” Ik kijk naar Judith en Laura.
“Het staat je leuk, en je bent er heel slank
in!” Ze zijn het helemaal eens met elkaar.
Zo, hier kan ik het even mee doen. Dit
opkikkertje is meer dan welkom!
Wat voor bloesje staat er bij?
Nog voor ik mijn vraag kan stellen komt de
verkoopster al met een bloesje aanlopen.
“Zou ze dit misschien leuk vinden”? Ze kijkt
vragend naar de anderen.
Ik hef mijn handen hulpeloos ten hemel, en doe
er tenslotte, onwillig berustend, het zwijgen maar toe.
Het bloesje dat ze heeft gehaald vind ik
helemaal niet mooi.
Het past van geen kant, en staat ook niet. En,
al zou ik het mooi vinden dan zou ik het nog niet nemen!
“Willen jullie even iets uitzoeken?” Mijn vraag
is gericht aan Judith en Laura. Zij kennen mijn smaak, weten feilloos wat ik
mooi vind.
Ik wacht in de paskamer. Dom om niet gelijk een
bloesje uit te zoeken!
Zou er toch iets met mij loos zijn? Ik kan toch
ook, evenals ieder ander, dement worden?
Als ze met twee bloesje aan komen lopen, ben ik
blij verrast, helemaal in de roos!
De verkoopster valt stil bij zoveel eigen inbreng.
Tot grote opluchting van ons drieën.
As ik de bloesjes heb gepast, maak ik mijn
keuze.
Ondanks de perikelen erom heen ben ik heel goed
geslaagd. Op naar het feest!
Even later pin ik de betaling. Judith en Laura
wachten al bij de uitgang.
De verkoopster loopt mee.
Bij de deur zegt ze tegen Judith en Laura:“fijn
hé, dat ze is geslaagd!”
Buiten gekomen ontplof ik bijna!
Ik ben mij aan het beraden hoe ik dit een
volgende keer kan oplossen.
Zo
wil ik niet meer benaderd worden. Zo kun je niemand benaderen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten