Hoe meer je naar ze kijkt hoe meer dat opvalt.
Vroeger, in mijn kinderjaren, hadden wij een
poes die de supervisie had over het bewaken van de muizestand in en rond ons
huis. Hij deed dat met verve, deed plichtsgetrouw zijn werk, dus mocht hij
blijven.
Hij had geen andere naam dan poes. Poes was
gewoon zijn roepnaam waar hij prima naar luisterde en dik tevreden mee was.
De poes zocht veel mijn gezelschap. Stiekem
vond ik het “mijn poes”.
Eigenlijk kan ik mijn leven niet goed indenken
zonder poes.
Later, toen wij kinderen kregen hoorde een poes
er vanzelfsprekend bij.
De kinderen wisten niet anders of beter. Hebben nu zelf ook weer poezen.
Poes Mientje is heel oud geworden, bijna 20
jaar. De mooie verhalen over Mientje gonzen nog altijd door de familie.
Zij was bijzonder eigenzinnig en daarbij trouw
aan haar poezennatuur.
Gelukkig woonde we in een huis waar
zij ’s nacht naar buiten kon.
Van daaruit kon zij zich uitleven en op
rooftocht gaan.
Het is ongelofelijk hoe hoog zij sprong naar
vogels in de lucht, alsof zij kon vliegen.
Buiten stond een overdekte kattenbak, geheel
ingericht als mandje voor haar klaar als zij van haar nachtelijke escapades thuis kwam.
Zo kon zij uitrusten van alle vermoeienissen!
Eén keer keek zij op haar neus. Een egel had haar
plaats ingenomen en zij kon fluiten naar haar plekje.
Vaak bracht zij een jachttrofee mee naar huis
en wachtte naast de buit, geduldig tot wij uit bed waren.
Tenslotte had zij niet voor niets zo haar best
gedaan!
Het gebeurde nogal eens dat zij naar binnen
stoof met een muis als wij de deur openden.
Zij toonde ons dan graag haar kat -en muisspel
Onze reacties daarop waren niet bijster enthousiast.
Maar één keer maakte zich zij zich er echt maar met
een jantje-van-leiden van af.
‘s Morgens deed ik de deur, waarvoor zij altijd
stond, open.
Voorzichtig, niet helemaal, want je wist nooit wat achter de deur
wachtte.
Ik keek naar de grond, zoals ik gewend was. Wat
ik zag tartte iedere vorige keer:
voor mijn voeten lag een halve diepvrieskip. Ik
boog mij voorover om beter te kijken, niet gelovend wat mijn ogen zagen.
Mijn hersens draaide op volle toeren.
Waar kwam die kip vandaan? Hoe kreeg zij die
naar huis gesjouwd?
Of had zij hem meegesleept?
Waarom kunnen poezen niet praten?
Zij moest die kip ergens geroofd hebben, bij
iemand binnen zijn geweest.
Maar waar dan en zo vroeg in de ochtend? Ineens
ging er een lampje bij mij branden.
Aan onze achtertuin, grensde de achtertuin van
een nicht. Daar liep ik wel eens even heen.
Mientje volgde mij vaak en wachtte dan buiten
in de tuin tot ik weer naar huis ging. Mijn nicht kokkerelde veel en graag
met een open keukendeur. Vaak in aller vroeg walmde de kookgeuren al onze tuin in.
Waarschijnlijk lag de kip daar ’s morgens vroeg
op het aanrecht om soep van te koken.
In een onbewaakt ogenblik is Mientje op het
aanrecht gesprongen en heeft zij de kip
buit gemaakt.
Dit is de enige zinnige verklaring die ik
ervoor kan bedenken en deze zou best kunnen kloppen
Ik heb vaak gedacht hoe verbaasd mijn nicht
moet zijn geweest.
Mij afgevraagd hoe haar gezicht stond toen zij naar de kip zocht die net toch echt
op het aanrecht lag. Waar was die kip ineens?
Zomaar ineens spoorloos verdwenen in het
niets.
Zij heeft het er nooit met mij over gehad en ik
heb het maar in het midden
gelaten
Wellicht liepen wij beiden met stilzwijgend
raadsel rond.
Jammer, dat ik haar verhaal nog mis op
internet!
Voor wie Mientje de kip meebracht is altijd een
raadsel gebleven.
Voor ons in ieder geval niet want wij waren
toen al vegetariërs.
En wat ze zelf met een diepvries kip moest werd
haar uiteindelijk ook niet duidelijk.
Tenslotte liet ze kip voor wat het was. Liep
naar haar voerbakje en peuzelde,
broederlijk naast de hond, vol overgave haar eigen brokjes.
En zo liep die hele steelpartij van haar op een flop uit.
Wordt
vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten